Opel Monza
De Opel Monza was een coupé versie die was gebaseerd op de Opel Senator en was zo goed als gelijk in uitrustingsniveau en krachtbronnen. Dit model werd gebouwd tussen 1978 en 1986 en was de opvolger van de Commodore. Het model kreeg tegelijkertijd met de Senator een grondige facelift in 1982.
De Monza moest gaan concurreren met de Mercedes W126 coupé en de BMW 6-serie C-modellen (coupe modellen), en alle andere grotere luxe coupés. De Monza was weliswaar groot en comfortabel, maar ontbeerde de luxe die andere merken wel leverde op dit soort modellen. De enorme stoelen zorgden ervoor dat je het gevoel had in een ander merk dan een Opel te zitten, maar dit werd teniet gedaan door de grote hoeveelheid plastic in het dashboard en op de binnenkant van de deuren. Daarnaast was de versnellingsbak niet helemaal storingsvrij.
Het motorengamma voor de Monza A1 was een 3.0S, een 2.8S, de nieuw ontwikkelde 3.0E en later de 2.5E. De 3-speed Borg Warner automatische transmissie van de Commodore range moest worden aangepast om deze nieuwe en krachtigere motoren goed te kunnen bedienen. De handbakken waren de Getrag 264 4-speed handgeschakelde versnellingsbakken in de vroege Monzas. Maar bij een grote luxueuze coupé verwachtte de consument een goed en modern producten en dus werd deze bak vervangen door de Getrag 240 (voor de 2,5 motoren) en de Getrag 265 (voor de 3,0E)5-speed handgeschakelde versnellingsbakken. De eerste generatie 3,0E motoren in de Monza A1 gaf nog wel eens problemen met oververhitting bij stilstand, dit kon echter gemakkelijk worden verholpen door het aanbrengen van een olie-koeler.
Toen Opel besefte dat het publiek een hekel had aan het interieur van de Rekord, introduceerde het merk het C-pakket. Hiermee kreeg het model extra instrumenten zoals oliedruk en voltmeter en het interieur werd rood, donkerblauw, groen of bruin. Aangezien alle onderdelen van het interieur werd gekleurd leek het model luxueuzer dan voorheen. De A1 kwam ook met een sportpakket of S-pakket. Deze auto’s waren allemaal gemarkeerd als “S” modellen op de voorspatborden, en kwamen met 15 inch Ronal velgen en een 45% sperdifferentieel. Met de 3.0 liter motor was de Monza op dat moment de snelste Opel ooit gebouwd met een topsnelheid van maar liefst 215 km/u, en de sprint naar de 100 km/u ging in slechts 9,5 seconden. De Monza coupe was vrij groot en bood makkelijk plaats aan vier volwassenen. Zelfs de kofferbakruimte was zeer groot, die nog vergroot kon worden door de achterbank neer te klappen. Ondanks alles was de Monza A1 geen heel groot succes.
Monza A2 (1982-1986)
In 1982 kregen de Monza, Rekord en Senator allemaal een face-lift en werden de A2-serie genoemd (E2 voor de Rekord). De A2 leek op zijn voorganger, de A1, maar met enkele wijzigingen. De koplampen waren aanzienlijk groter, en de voorzijde zag er gestroomlijnder uit. Ook de chromen onderdelen, zoals bumpers, kregen een matzwarte afwerking, of kregen kunststof onderdelen. De achterlichten bleven gelijk en de oranje voorzijde indicatoren kregen nu wit glas, waardoor het model een modernere look kreeg. De facelift werd gezien als een succes.
Begin jaren tachtig begonnen de brandstofprijzen te stijgen en daarmee ontstond er een behoefte aan zuinigere auto’s. Opel besloot om de specificaties van de motoren van de Monza veranderen. Dit betekende de invoering van zowel de normale 4 cilinder CIH 2.0E en de 2.2E motoren van de Rekord E2. De Monza woog echter bijna 1400 kg en met 115 PK uit deze krachtbronnen kwam de Monza gewoon vermogen tekort. De 2.5E kreeg een nieuwe Bosch injectie systeem dus tussen 136 en 140 PK leverde. De 2.8S werd uit productie genomen maar de 3,0E motor bleef leverbaar als krachtigste motor. De auto kwam nu met een meer luxe interieur, elektrisch bedienbare buitenspiegels en zelfs een boordcomputer.
Monza GSE
De laatste versie van de Monza was de GSE editie uit 1983. Dit was een A2-verise, maar dan een speciaal model met Recaro sportstoelen, digitale LCD-instrumenten, en een verbeterd volledig zwart interieur. Deze GSE kreeg ook een grote achterspoiler op de kofferbak en optioneel een 40% sperdifferentieel.
Tegen de tijd dat de senator was aangepast naar de nieuwe Senator B en de Monza-productie was beëindigd, waren er47.008 Monzas gebouwd. Er was geen directe opvolger van de Monza, hoewel er een plan lag voor een grote sportieve Opel / Vauxhall. Ook werd er gekeken naar de Lotus Carlton / Lotus Omega saloon. Bitter lepelde nog een 4.0-motor onder de kap als een prototype waarvan er drie werden gebouwd. Hiervan brandde er eentje uit op de Duitse Autobahn, eentje staat in een museum en de derde bevindt zich in Engeland.
Opel modellen monza-3
Garages en specialisten
- Hier kan uw bedrijf staan
- Stalling Bollenstreek - Voorhoutspecialist
- Stoffeerderij C. van Straaten en Zn. - Woerdenspecialist
- Tony de Bruijn bekledingen - Roosendaalspecialist
Clubs, fora en verenigingen
- Belgian Opel GT Club
- Big Opels Club
- Holland Kadett-B Club
- Koninklijke Nederlandse Automobiel Club
- Oldtimer en Classic Car Club Heel
- Opel forum Nederland
- Opel GT Club
- Opel Kadett C Club
- Opel Manta Club
- Opel Monza/Senator Club Nederland
- Veenendaalse Oldtimer Club
- Vlaamse Vehikel Klub