Trabant
Trabant was de merknaam van een serie modellen uit de Oost-Duitse autofabriek VEB Sachsenring Automobilwerk Zwickau in Zwickau. Het logo op de motorkap van een Trabant is dan ook een gestileerde S en geen T. Trabant is slechts de naam die de autobouwer vanaf 1957 gaf aan hun kleine tweetakt auto’s. VEB Sachsenring Automobilwerk was eigenijk een combinatie van de belangrijkste autofabrieken van Audi en Horch, in Zwickau, die na de oorlog verder gingen onder deze naam.
Geschiedenis van Trabant
Trabant werd in 1957 gekozen als merknaam na een prijsvraag nadat de auto eerst slechts onder zijn typenaam verkocht werd. De naam is erg toepasselijk: enerzijds betekent het zoveel als ‘maatje’. Veel mensen beschouwden hun Trabant ook echt als een maatje. Anderzijds verwijst de naam naar Erdtrabant, oftewel satelliet. De auto moest weerspiegelen dat de DDR meeging in de technologische vooruitgang die in 1957 in de Sovjet-Unie de eerste satelliet leverde.
De auto kwam voort uit een prototype van AWZ, de P70 en had een tweetaktmotor en voorwielaandrijving van DKW Ifa F8. De auto had een kunststof carrosserie. Deze wagen werd in kleine aantallen geproduceerd tot de eerste Trabant werd gepresenteerd, de Trabant 50. Na de fusie van de ex-Horch (Sachsenring) en ex-Audi fabrieken, werden bij Sachsenring de chassis gebouwd en in de andere fabriek werd de carrosserie gemaakt en op het chassis gemonteerd.
In de jaren zestig was de Trabant een tamelijk moderne auto. Van het begin tot het einde van de productie van de wagen werden er geleidelijk aan allerlei verbeteringen aangebracht zoals een sterkere motor, een grotere tank en een 12 volt elektrisch systeem. Dit waren echter dusdanig kleine verbeteringen dat Trabant de stand der techniek in het Westen niet bij kon houden. Er werden weliswaar nieuwere Trabants ontwikkeld maar de partijleiding vond het niet nodig de nieuwere modellen op de markt te brengen. Zo werd tot 1990 het model P601 gevoerd. Vanaf 1990 werden er nog ongeveer 90.000 1.1 modellen gebouwd met de viertaktmotor van de VW Polo, maar deze was niet erg gewild omdat deze veel duurder was dan de tweetakt en men inmiddels liever auto’s uit het Westen kocht.
Trabants stonden in het Westen bekend als kwalitatief zeer slechte auto’s. In werkelijkheid was en is het echter een robuuste wagen met een vrijwel onverslijtbare techniek die door de eigenaar eenvoudig zelf te onderhouden en te repareren was.
De Trabant werd aangedreven door een luchtgekoelde tweecilinder tweetakt-motor van 595 cc inhoud. Het binnendeel van de carrosserie was zelfdragend van metaal, maar de buitenzijde van de spatborden, portieren, dak, motorkap en kofferdeksel waren vervaardigd uit Duroplast, een kunststof gebakken van katoenvezel gedrenkt in phenolhars. Dit alles vanwege een staaltekort door een embargo uit het Westen, en een overschot aan katoenvezels uit Rusland. De hars kon men winnen uit bruinkool.
Trabant-modellen
De Trabant was leverbaar als 2-deurs limousine, 2-deurs combi (“Universal”), en als open model (“Kübel” (voor het leger, en later voor jachtopzieners) of “Tramp” (civiel)). Na de Wende bouwde de firma Ostermann nog een ombouwset om het wagentje te veranderen in een cabriolet. De importeur zat in Ravenstein (Nederland). Regelmatig arriveerden goederentreinen met tientallen wagons vol Trabants, die vervolgens werden overgebracht naar het vlakbij gelegen terrein van de importeur. De Trabant was in West-Duitsland en Nederland goedkoper dan in Oost-Duitsland. De export was erg belangrijk om deviezen te verkrijgen. Vanwege strengere emissie-eisen werd de Trabant sinds de jaren 70 niet meer in Nederland ingevoerd.
Modellen van de Trabant:
Hoewel het merk Trabant meerdere modellen heeft geproduceerd is de bekendste en meest geproduceerde de P601. Deze Trabant was als sedan, Kübel en stationwagen verkrijgbaar.
- (AWZ P70/Zwickau P70/Sachsenring P70)
- Trabant P50
- Trabant P60
- Trabant P601
- Trabant 1.1
Het einde van de Trabant
In de DDR bleef het kunststof autootje lange tijd populair, er was immers geen alternatief. De wachttijd was in de 80-er jaren nog altijd dik veertien jaar. Pas toen de grens met het Westen openging, zagen DDR-burgers dat hun ‘heilige koe’ wel erg schril afstak bij wat in het westen inmiddels voorhanden was. Niemand wilde meer een auto uit 1964 en veel Oostduiters kozen voor een Westerse bolide. Zoals de meeste DDR-bedrijven overleefde ook de Trabantfabriek de hereniging niet: het bedrijf in Zwickau sloot in april 1991 de poort. In Duitsland is het tegenwoordig erg duur om met een Trabant te rijden: De verzekering kost naar verhouding meer dan die van andere auto’s. Als je meer wilt weten over dit Oostduitse icoon, kun je natuurlijk terecht bij de enthousiastelingen van de Trabant Club Nederland.
5 dingen die je niet wist over de Trabant
1. Trabant is eigenlijk niet het merk, maar een naam voor de modellen die populairder is geworden dan het merk. Het logo op de motorkap van een Trabant is een gestileerde S die hoort bij VEB Sachsenring, de naam van de producent. Trabant is de naam die vanaf 1957 werd gebruikt om de kleine tweetakt auto’s met een kunststof carrosserie aan te duiden.
2. Het waren de grote autofabrieken van Audi en Horch, in Zwickau, die na de oorlog respectievelijk verder gingen als VEB Automobilwerk Zwickau en VEB Kraftfahrzeug- und Motorenwerk Zwickau. De eerste fabriek begon met het bouwen van een doorontwikkeling van de vooroorlogse DKW F8 (de IFA F8), de tweede fabriek ging een grote personenauto bouwen, de P240 Sachsenring. Deze werd aanvankelijk nog Horch genoemd, maar na de samenvoeging van beide fabrieken tot VEB Sachsenring, kreeg deze P240 ook de gestileerde S op de motorkap net als de latere Trabant.
3. De grotere en luxere Horch/Sachsenring P240 was niet de auto voor het volk die de Trabant P600 en P601 later zouden worden. Die werden daarvoor bij VEB Automobilwerk Zwickau gebouwd. Eerst de gedateerde IFA F8, maar daarna de Zwickau P70. Deze was onderhuids gelijk aan de IFA, maar was voorzien van een veel modernere carrosserie. Het plaatwerk was van kunststof genaamd Duroplast, gemonteerd op een houten subframe. Overigens waren er niet alleen een P70 Limousine en P70 Kombi, maar ook een P70 Coupé. Deze stijvolle auto had echter een koets die grotendeels van metaal was en dat hogere gewicht maakte de sportiefste P70 ook meteen de langzaamste.
4. Van een Trabant wordt nog wel eens beweerd dat deze niet kan roesten vanwege het Duroplast-plaatwerk en dat klopt natuurlijk voor wat betreft de carrosserie. Het zelfdragende chassis van een Trabant is echter van staal en kan dus wel degelijk roesten. Het blijft dus opletten geblazen als je in de markt bent voor een Oostduits modelletje.
5. Na de val van de muur in 1989 probeerde Sachsenring Automobilwerke GmbH nog een jaar lang om de het originele model, alleen nu met VW-viertaktmotor in plaats van de oorspronkelijke tweetaktmotor, aan de man te brengen. Daar waar voor de val van de muur er nog wachtlijsten van vele jaren waren voor een exemplaar, wil na 9 november 1989 vrijwel niemand er nog eentje hebben omdat er nu ook eenvoudig een model van een West-Europees merk gekocht kon worden.
In 1991 werd de productie dan ook definitief beëindigd. De fabriek,inclusief merknaam, werd verkocht en ontwikkelde zich tot een grote toeleverancier voor de autoindustrie. In 2006 werd het bedrijf na faillissement overgenomen en sindsdien heet het HQM Sachsenring GmbH. Het bedrijf bouwt tegenwoordig veel onderdelen voor onder andere de Volkswagen Passat en de Golf, maar levert ook productielijnen voor montage van deuren en aandrijflijnen.
Garages en specialisten
- Hier kan uw bedrijf staan
- Stalling Bollenstreek - Voorhoutspecialist
- Stoffeerderij C. van Straaten en Zn. - Woerdenspecialist
- Tony de Bruijn bekledingen - Roosendaalspecialist
Clubs, fora en verenigingen
- 2 Takt vrienden
- Koninklijke Nederlandse Automobiel Club
- Oldtimer en Classic Car Club Heel
- Trabant 601 Club
- Trabant Club Nederland
- Veenendaalse Oldtimer Club
- Vlaamse Vehikel Klub