MENU

Mercedes-Benz E-klasse (W124)

De Mercedes-Benz E-Klasse-generatie die van 1984 tot 1995 werd geproduceerd kreeg al interne fabrieksnaam voor W124 mee. Deze volgde daarmee de Mercedes W123 op waarvan in tien jaar tijd 2.696.915 exemplaren van de band rolden.

 

Mercedes-Benz 300E (W124)

 

De Mercedes-Benz E-klasse (W124) stond vanaf 1984 in de showrooms, compleet met een groot aantal nieuwe motoren, een nieuw aerodynamisch design en een sterk verbeterde veiligheidskooi. De wagens waren tevens zo’n 10% lichter dan hun voorganger. De dieselmotoren waren geheel herzien en weer voorzien van de nieuwste technologie en daarmee veel zuiniger en veel stiller. De 200D gebruikte voorheen (met 55pk een top van 130km/h) doorsnee zo’n 8,0l/100km. De nieuwe W124 200D was met 72pk duidelijk sterker, haalde een top van 160km/h en was ook nog eens veel zuiniger met 7,0l/100km. Naast de 4-cilinder (200D) en 5-cilinder (250D) was de grootste diesel nu een 6-cilinder (300D). Toen in 1986 de 300D turbodiesel op de markt kwam, was de term “trage diesel” in het geheel niet meer van toepassing, de 300D turbo haalde ruim 200km/h. De dieselmotoren uit de W124 zijn legendarisch vanwege de robuuste techniek en zeer hoge kilometerstanden (motorcodes: OM601, OM602 en OM603).

 

Tevens was de auto meteen verkrijgbaar met twee volledig nieuwe benzinemotoren, de 260E en de 300E. De 200 (carburateur) en 230E waren nog bekend uit het vorige model.

 

Het gamma werd in de loop van dertien jaar steeds uitgebreid, zodat er een groot aantal varianten de fabriek verlieten, met vermogens van 72 (200D) tot 381 pk (E 60 AMG).

 

Mercedes-Benz E-klasse (W124) – 300D Turbo

Mercedes-Benz verkocht zijn W124 veelal met de bekende viertrapsautomaat. Drie jaar na de lancering introduceerde de fabriek de 300D Turbo, een 3.0 zescilinder turbodiesel met een vermogen van 143 pk. Deze was lange tijd de sterkste diesel in een productieauto. De auto was ook leverbaar met vierwielaandrijving die Mercedes-Benz 4Matic noemde.

 

In oktober 1990 kwam Mercedes-Benz met de 500E, ontwikkeld in samenwerking met Porsche. Ondanks de prijs, die drie keer zo hoog lag als die van de basis-300D, bleef de optielijst lang.

 

In 1991 introduceerde Mercedes-Benz de 300CE-24 Cabrio. In oktober 1992 werden de eerste ingrijpende wijzigingen aan de W124 aangebracht: De benzinemotoren kregen allemaal vier kleppen per cilinder, en de 280E en 320E maakten hun opwachting. De laatste aanpassingen op motorisch gebied volgden in 1993, toen de diesels ook extra vermogen kreeg dankzij vier kleppen per cilinder.

 

Mercedes-Benz 300E cabrio (W124)

Mercedes-Benz 300E cabrio (W124)

 

Van de vier carrosserievarianten Sedan, Combi (ook T-model genoemd), Coupé (ook wel CE genoemd) en Cabriolet werd vooral de eerste veel verkocht (79.7%). In 1996 werd de W124 vervangen door de W210.

 

500E

Tussen 1990 en 1994 (modeljaren 1991-1994) bouwde Mercedes-Benz ook nog ruim 10.000 exemplaren van een high-performance versie van de W124: de Mercedes-Benz 500E (W124.036). De 500E werd ontwikkeld in nauwe samenwerking met een ander groot Duits Automerk. Elke 500E werd met de hand gebouwd door Porsche, waarbij het gedurende 18 dagen heen en weer werd vervoerd tussen de Mercedes-fabriek en Porsche’s Rossle-Bau-fabriek in Zuffenhausen. Van 1991 tot 1993 heette het model 500E, na de facelift in 1994 werd dit de E500.

 

mercedes-benz 500e

De 500E van Mercedes-Benz en Porsche

 

De 500 E had een atmosferische 5.0l V8 motor met passend remmateriaal afgeleid van de 500 SL (R129) roadster. De latere 1993, en alle 1994 exemplaren kregen de vernieuwde 320 mm set van de 600 SL. Achterste remmen op alle jaren waren 278 mm remmen van de 500 SL. In de Verenigde Staten was de 500E alleen in volledige uitrusting leverbaar, met als enige opties een door de dealer geïnstalleerde CD-wisselaar en een geïntegreerde mobiele telefoon. Zelfs de vier lederen stoelen van Recaro zaten er standaard in waarbij de voorstoelen standaard verwarming kregen.

 

De 500E kreeg de bijnaam “Wolf in schaapskleren” en dat was zeker niet onterecht: 0-100 km/u in 5,5 seconden en indrukwekkende tussenacceleraties. De topsnelheid was begrensd op 260 km/u. Het was wel een Duitser die van zijn drankje hield met een gemiddeld van ongeveer 1 op 7. Met zijn agressieve uiterlijk, lage profiel, gewelfde wielkasten, sideskirts, luchtinlaten en brede banden, zag je meteen in je achteruitkijkspiegel dat er niet een gewone Mercedes voorbij wilde. Vanwege zijn uiterlijk, de beperkte productieaantallen en de met de hand gebouwde constructie, wordt de 500 E gezien als een echte “klassieker in wording”, zelfs binnen Mercedes-Benz.



Garages en specialisten

Clubs, fora en verenigingen


Ook interessant