Frua maakte wat moois voor Glas
Op de Interclassics van Maastricht werd de Glas 3000 V8 Frua verkozen tot “best of show” dus dan kunnen we daar best even wat extra aandacht aan besteden en meteen melden dat het de schuld van BMW is dat deze fraaie Fastback met Italiaanse invloeden nooit in productie is gegaan.
Marcus Glas had aan het begin van de 19e eeuw een reparatiewerkplaats voor landbouwwerktuigen. In 1883 nam zijn zoon Andreas het bedrijf over en veranderde de naam in “Andreas Glas, Reparaturwerkstätte für landwirtschaftliche Maschinen mit Dampfantrieb”. In het Nederlands kwam dit neer op “Andreas Glas, reparatiewerkplaats voor landbouwmachines op stoomkracht. Vanaf 1905 bouwde Andreas ook zaaimachines en in dat jaar opende hij ook een vestiging in Dingolfing, waar in 1908 de volledige productie naartoe verhuisde.
Hans Glas, de zoon van Andreas, ging al vroeg in de leer bij zijn vader maar bleef vooralsnog niet hangen in het familiebedrijf. Hij vertrok naar Amerika en wilde daar een carriere opbouwen. Hij werkte onder andere bij Ford, Bosch en het fantastische motorfietsenmerk Indian. Rond 1930 had Hans Glas een aardige spaarpot weten te vullen en een schat aan technische kennis opgedaan. Hij besloot dat jaar terug te keren naar Duitsland. Zijn vader had door de slechte economie zijn fabriek moeten verkopen.
Bij terugkomst wist Hans echter alle aandelen weer in zijn bezit te krijgen en onder zijn leiding bleef het bedrijf bestaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sterker nog, in 1948 was het bedrijf de grootste zaaimachineproducent in heel Europa. Het jaar erna werd het bedrijf omgedoopt tot Isaria Maschinenfabrik GmbH. en in 1950 werd gestart met de productie van een eigen merk scooters naar een idee van Hans. Deze scooters werden verkocht als Isaria- of Goggo-scooters (Goggo was de bijnaam voor de kleinzoon van Hans Glas).
In 1952 werd de productielijn uitgebreid met een lijn van “dwergauto’s”, de Goggomobil. Het ging het bedrijf voor de wind en met een aantrekkende economie wilde Hans Glas ook grote auto’s gaan produceren.
Overname Glas door BMW
Na het succes van de 1700 GT-serie wilde Glas in 1964 een groter model ontwikkelen en dit moest een coupé worden. De bedoeling was dat er een zescilinder onder de kap zou komen te liggen, maar door twee cilinderblokken van de 1300 GT te gebruiken werd de cilinderinhoud 2.600 cc, waardoor uiteindelijk werd gekozen voor een V8.
De carrosserie van deze auto werd ontworpen door carrosseriebouwer Pietro Frua. Door onderdelen van bestaande voertuigen te gebruiken, zoals raamslingers van een Mercedes 230 SL en portiersloten van een Porsche 911, wist hij het model relatief goedkoop te produceren . De auto werd in september 1965 tijdens de IAA gepresenteerd en al snel had de Glas 2600 V8 de bijnaam “Glaserati” door de grote gelijkenis met de Maserati Quattroporte uit die tijd.
Frua ontwierp dus ook nog een fastback variant van de 3000 V8, dit was het enige sportmodel met de kenmerkende BMW-nieren in de grille.Voor de overname door BMW waren er plannen om ook dit design in productie te nemen, maar daar dachten ze bij BMW anders over en concentreerden zich op de productie van de BMW E6 3.0 CS.
In november 1966 werd het bedrijf overgenomen door de destijds grote concurrent van Glas: BMW en kregen de modellen een BMW badge. De Glas 1700 GT werd de BMW 1600 GT, en werd ook qua uiterlijk ook aangepast. De Glas 2600 V8 kreeg een nieuwe drieliter V8-motor. Er werden nog 17 Glas 3000 V8’en verkocht, daarna kregen ze allemaal een BMW-badge. Van deze BMW 3000 V8 met 160 PK werden in totaal 418 exemplaren gebouwd.