Waarom heb ik je laten gaan?
Ik vond haar de mooiste, nee, ik vind haar de mooiste. De Maserati Biturbo Spider Zagato. Zoals met elk model heb je lovers en haters en alles ertussen in. Smaken verschillen nu eenmaal en dat is maar goed ook anders reden we allemaal in hetzelfde rond en wilden we allemaal hetzelfde meisje of jongetje. Maar wat vind ik dit een mooie auto! Ik heb er een paar jaar eentje gehad voor in de zomer en dat was een feest om in te rijden. Een Maserati Spyder Zagato uit 1991 had ik en ik denk eraan terug als een vakantieliefde. Goed onderhouden, nog geen 40.000 km op de teller toen ik haar kocht. Het was ook mijn eerste en wat ze zeggen is waar: je eerste vergeet je nooit.
Een Maserati, stuk gaat ie!
Natuurlijk werd het me afgeraden want een Maserati, stuk gaat ie! En helemaal die biturbo’s. In de drie jaar dat ik hem gereden heb, heb ik nooit problemen gehad. Ze werd dan ook goed onderhouden, of moet ik zeggen ‘vertroeteld’? In de winter stond ze gewoon lekker binnen in haar mooie strakke autopyjama en in de zomer was het starten en rijden maar. Dus ik voelde me ook gesterkt dat het zo erg niet was met de biturbo’s….
Oude Maserati Biturbo Spider ingeruild voor een jong blaadje
Nu verwacht je dat er een verhaal komt dat het toch een drama werd. Dat ze niet luisterde en als ik zin had, dat zij dan geen zin had. Maar niet dus, we hadden het geweldig samen! En toen zag ik een 4200 spider. Een stuk jonger en ja, ik liet me verleiden. Ik heb haar uiteindelijk weggedaan voor een jonge 4200 Spider met een wat groter kontje. Ook fantastisch om in te rijden maar ik kon mijn mooie Zagato maar niet vergeten en het gevoel dat ik haar terugwilde werd alleen maar sterker. De biturbo was een echte Italiaan met die twee turbo’s, met houtelementen, met een mooie houten pook met een geknoopt lederen touwtje eromheen, met een klassiek metalen klokje in het dashboard. En met een knop in het dashboard waarmee je alle verlichting kon controleren. Ja, die Italianen kenden hun eigen gebreken. Heerlijk!
De 4200 (uit 2005) was een Italiaanse dame van 400PK. Alles elektrisch, ook de cabriokap die perfect sloot en waar geen druppel water, zelfs geen zuchtje wind doorheen kwam. Een fantastische auto, maar zo bomvol computers en electronica dat het qua rijbeleving niet te vergelijken is met de biturbo die ik ervoor had. Misschien komt het wel doordat ik wat ouder word? Zou het daarmee te maken hebben? Dat ik me gewoon wat meer kan identificeren met die oudere biturbo die soms eens een kraakje en een zuchtje geeft en waarvan het klokje zo nu en dan wat achter begon te lopen? Tenzij je haar even goede de sporen gaf en de Italiaanse turbo’s aan klapten. Dan leek het soms wel of het klokje ineens weer gelijk liep of zelfs een tikje voor. Ik weet het zeker, ik wil ‘r terug! Ik had het nooit uit moeten maken.