De uitvinding van de ruitenwisser
De uitvinder van de ruitenwisser? Je hebt vast nog nooit van Mary Anderson gehoord, maar je hebt waarschijnlijk haar uitvinding al duizenden keren in je leven gebruikt. Zeker in ons land is haar uitvinding onmisbaar geworden.
De eerste uitvinder waarvan bekend is dat hij bezig was met een echte ruitenwisser was de Ier JH Apjohn, die, in 1903, een UK-gepatenteerde methode bedacht voor twee borstels van boven naar beneden bewegende borstels aan de voorruit van een auto.
In datzelfde jaar bracht de Amerikaanse Mary Anderson een bezoek aan New York en reed onder andere mee op een trolleybus. Ze probeerde om alle bezienswaardigheden van de drukke straten van de stad te bekijken, maar dat ging lastig door het slechte weer. Mary zag dat ook de bestuurder van de trolleybus moeite had om goed te zien door de ijzel en sneeuw op de ramen. Om de paar minuten hing de bestuurder uit zijn zijraam om de sneeuw en ijzel met zijn hand van de voorruit af te vegen. Soms zou hij ook zijn hoofd uit het zijraam hebben gestoken om te kunnen zien waar hij reed. Mary vergat de bezienswaardigheden en begon na te denken over hoe de bestuurder in het voertuig warm kon blijven zonder zich te bekommeren om de sneeuw op zijn voorruit.
Thuis in Alabama begon ze aan haar idee te werken wat later de eerste ruitenwissers zouden worden. Ze voorzag een mechanisme dat aan de buitenkant van het voertuig zat met een lange veerbelaste arm en daar aan vast een rubberen blad. De bestuurder kon vanuit het voertuig deze arm bewegen om zo de voorruit schoon te krijgen, zonder zijn handen naar buiten te hoeven steken.
In 1903 vroeg Mary een patent aan voor de eerste ruitenwissers en ze probeerde haar uitvinding te verkopen aan een aantal bedrijven, maar er was geen interesse. Men zag het nut niet van haar uitvinding en dacht dat het bestuurders eerder zou afleiden. Bovendien waren in het begin van de 20e eeuw veel auto’s niet snel genoeg om überhaupt een voorruit nodig te hebben en buiten de grote steden reden er ook nog niet veel auto’s rond. Autofabrikanten waren ook nog helemaal niet bezig met veiligheid, iets wat pas in de jaren vijftig een belangrijkere rol ging spelen met de komst van autogordels en betere remmen. We kunnen dus wel stellen dat Mary haar tijd behoorlijk ver vooruit was. Mary Anderson’s uitvinding werd vergeten en haar patent verviel in 1920.
Overigens waren ook de automatische ruitenwissers een uitvinding van een vrouw. In 1917 vroeg Charlotte Bridgwood een patent aan voor haar uitvinding in 1917, maar ook dit was te vroeg en werd toen nog geen commercieel succes.
In 1920 werd het bedrijf Trico opgericht waar ruitenwissers werden geproduceerd. Deze wissers werden nog met de hand bediend. In 1921 patenteerde de Amerikaanse uitvinder William Folberth een vacuüm-aangedreven, enkelblads ruitenwisser die werd aangedreven door lucht van het inlaatspruitstuk van de motor. Probleem hierbij was wel dat de wisser snelheid afhing van de toeren die de motor maakte. Met het gaspedaal wijd open daalde het vacuüm en gingen de ruitenwissers traag of stopten er helemaal mee. Toch zag het bedrijf Trico hier brood in en kocht Folberth’s bedrijf in 1925 voor 1 miljoen dollar. Zijn goedkope vacuümsysteem zou nog vele jaren toegepast worden.
de jaren twintig
Op auto’s gebouwd vóór 1920 zaten meeste ruitenwissers verankerd aan de bovenkant van de voorruit. Cadillac introduceerde de vacuüm aangedreven ruitenwissers in de jaren ’20 en de andere fabrikanten lieten niet lang op zich wachten. Met de komst van elektrische systemen, werden de ruitenwissers verplaatst naar de onderzijde van de voorruit. Tegen het midden van de jaren dertig kwam Trico met het eerste sproeisysteem gevolgd door de eerste combinatie van ruitenwisser en sproeisysteem eind jaren ’40 waarbij er een reservoir onder de motorkap zat. Richting de jaren ’40 en ’50 groeide het aantal auto’s en ging de gemiddelde snelheid rap omhoog. De ruitenwissers werden nu wel interessant en Cadillac was het eerste merk dat standaard ruitenwissers leverde op al haar modellen, snel gevolgd door andere merken.
Eind jaren ’50 werd een andere optie toegevoegd waarbij een bestuurder een paar keer wissen met sproeien kon activeren door middel van een vacuüm-cilinder. Tegenwoordig gaat dit met een elektronische timer.
laatste ontwikkelingen van de ruitenwisser
In 1970 kwam Saab met de eerste koplampwissers en Citroen bracht als eerste de regen-gevoelige intermitterende ruitenwissers. Bij deze wissers werd bij de eerste ‘wipe’ de weerstand gemeten en hiermee ‘wist’ het systeem hoe droog of hoe nat de voorruit was. In de jaren ’90 werd dit systeem vervangen door infrarood optische micro sensoren ingebouwd in de voorruit. Cadillac introduceerde deze sensor ruitenwissers in 1996, maar ze zijn nu beschikbaar op veel andere merken en modellen.