Heerlijk Lancia-lijpie in Houten
Toch nog een zonnetje in oktober en dus een mooie dag om langs te gaan bij de man die zelf zegt gestoord te zijn door zijn besmetting met het Lancia-virus waar, gelukkig voor hem, geen geneesmiddel voor bestaat. Al was dat er wel dan weet ik zeker dat hij de laatste man op aarde zou zijn die het onder dwang zou innemen, net na zijn zoon.
Ik word hartelijk ontvangen door Ele en Marnix van Classic Lancia. Ele is nog even druk in zijn kantoor, maar Marnix laat er geen gras over groeien en neemt mij meteen mee langs de collectie aan bijzondere Lancia’s die ze hebben staan. We beginnen met de Fulvia’s waarvan de eerste serie uit 1966 nog het trapezium grilletje had voordat Fiat zich ermee ging bemoeien. Onder de aluminium motorkap lag een 1200HF, later een 1300 HF en toen zelfs nog een 1600 HF motor. De 1600 HF kreeg ‘Fanalone’ erbij in de naam wat verwees naar de grotere tweede set koplampen.
In januari 1969, toen Lancia zelf al niet meer in het bedrijf zat, nam Fiat het merk over voor het symbolische bedrag van 1 Lire. Er werden direct de nodige bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd waarbij onder andere de grille werd aangepast en de aluminium onderdelen werden vervangen door goedkoper staal.
Fiat wilde winst maken op de auto’s, dit was voor Lancia nooit het uitgangspunt geweest; zij wilden de beste auto’s bouwen wat resulteerde in een flinke berg trofeeën maar geen geld voor een prijzenkast. Voor de mannen van Classic Lancia houdt het hier wel een beetje op met de diepe liefde voor Lancia modellen, met dank aan Fiat zullen we maar zeggen.
We draaien ons om en kijken recht tegen een zesde serie Aurelia uit 1956 aan die in prima conditie is. Deze Aurelia lijkt te zijn weggereden uit de Kuifje-boeken waar we hem ook van kennen. Aangezien er met deze auto nog serieuze afstanden worden gereden zijn er tubeless banden onder gemonteerd en een paar comfortabele stoelen in gezet. Maar de originele wielen en stoelen zijn uiteraard netjes opgeslagen.
De auto heeft een volledig aluminium 2 1/2 liter V6 onder de kap waarmee Lancia de eerste was die een V6 productiemotor leverde in haar auto’s, ontworpen door Vittorio Jano. De eerste en tweede serie hadden overigens een 2 liter V6. Daarbij was Lancia ook de eerste met een transaxle-systeem waarbij de motor voorin lag en de versnellingsbak op de achteras.
Na de Aurelia lopen we chronologisch naar een zeer mooie groene Antico Verde Flaminia Pininfarina coupé uit 1960. Het klinkt al als het begin van een mooi Italiaans gedicht! Een compleet gerestaureerd exemplaar. Er staat een paar meter vandaan overigens ook een tweede Flaminia maar dan met een Touring carrosserie. In die tijd waren er wel vaker meerdere designhuizen die zich mochten uitleven op een zelfde model. De derde designer die de Flaminia onder handen nam was overigens Zagato en dit zijn tegenwoordig de meest waardevolle exemplaren.
Wat wel bijzonder is aan wat Ele doet, is dat hij eigenlijk alle zwakheden van deze modellen heeft opgelost door modificaties wat de betrouwbaarheid en vooral ook de veiligheid ten goede komt waaronder bronzen legering TUEV-goedgekeurde remleidingen in plaats van ijzer wat altijd corrodeert, TUEV-goedgekeurde hoofdremcilinder, wisselstroom dynamo’s met een 480 amps/hr output die sterker zijn dan de standaard gelijkstroom dynamo’s met een lage output en ervoor zorgen dat er moderne H4 koplampen gemonteerd kunnen worden die 30% meer licht geven, RVS uitlaatsystemen en veel aan corrosie onderhevige onderdelen zijn vervangen door RVS-onderdelen zoals de remmen. Vooral de aluminium-onderdelen van Lancia waren van matige kwaliteit wat snel voor problemen kon zorgen.
Ook zijn bij alle Flaminia 3-C weber-carburateurverises de luchtinlaat- kelken op het blok verlaagd en verbreed, hiermee wordt de airflow geoptimaliseerd. Door berekeningen die tegenwoordig wel gemaakt kunnen worden loopt de motor dus beter en krijgt ook meer vermogen. Tot aan de rubbers toe, die betere kwaliteit en betere shoreness hebben, heeft Ele de auto’s bekeken en gemodificeerd. Om even te laten horen hoe dat klinkt wordt de Flaminia gestart en de motor klinkt werkelijk fenomenaal. Voor een V6-blok uit begin jaren zestig loopt het opvallend stil en soepel. Deze Flaminia heeft overigens een paar opvallende gelijkenissen met de Alfa Romeo 1900 en 2600 cabrio en de Maserati 3500 die ook door Touring werden ontworpen waardoor onder andere de knipperlichten gelijk zijn aan de 3500. Touring bouwde in die tijd zeer veel auto’s in superleggera-uitvoering, wat ‘superlicht’ betekende door het gebruik van aluminium. Het model was eigenlijk ook bestemd voor Maserati maar dat ging failliet. Dit is onder andere te zien aan het motorcompartiment waar er opvallend veel ruimte zit tussen de radiotor en de grille. Die ruimte was eigenlijk bestemd voor een grote 8-cilinder lijnmotor en niet voor de kleinere V6 van Lancia.
Het is verbazingwekkend om te horen hoeveel Lancia eigenlijk heeft ontwikkeld en dus heeft betekend voor de auto-industrie. Een van de V-motoren van Lancia is later gekocht door Volkswagen en werd de bekende Volkswagen VR6 motor. Lancia ontwikkelde ook een boxer-motor die door Subaru 1-op-1 in de Impreza werd gelepeld en we weten allemaal wat de Impreza voor Subaru heeft betekent. Dit kwam niet door het ontwerp!
In de hoek zie ik nog een bijzondere neus onder een doek vandaan steken die vraagt om wat aandacht: het is een rode Flavia Zagato 1800 Sport. Wat een bijzondere ontwerpen maakte die Zagato toch! Kijk nou naar die raampartijen. Een cockpit-raam voor, gebogen zijramen in het dak en een concave achterruit. Hoe krijg je het als ontwerper uit je potlood!
En dan komt de mededeling die ervoor zorgt dat ik de vraag niet hoef te stellen: “Ga lekker een eindje rijden met die jongen, Marnix!” Jihoe, we gaan op pad met de in nieuwstaat verkerende Flaminia convertible. Wat een geweldig ritje in deze delicate Italiaanse head turner. Zoals Ele zei: “Iemand die vroeger een Lancia kocht was een ‘uomo delicato’, iemand die een Alfa Romeo kocht een ‘uomo brute’.” Tijdens de rit voel je je ook als passagier meteen bijzonder tussen alle (denkbeeldige?) priemende lease-ogen die je met een fascinerende blik nakijken.
Wat een heerlijke rit en wat een manier om de vrijdag af te sluiten! Het enige dat nu nog ontbreekt is een lekker koud pilsje. Die gedachte had Ele ook en dus sluiten we de boel af om nog even in het centrum van Houten na te praten. Na een heerlijk biertje neem ik afscheid van Ele en stap in mijn Duitse Mini met de overtuiging dat er toch weer een Italiaan moet komen. Een Maserati…of toch misschien een Lancia? Iemand is het met me eens want als ik de radio aanzet klinkt “Il volo” van Zucchero uit de speakers:”…Sogno, qualcosa di buono…” Fijn om iets bevestigd te krijgen wat niet nodig was.