Hirohata Merc, de ultieme chopped Merc

De 1951 Mercury Sports Coupé werd in 1952 onder handen genomen door Barris Kustoms en kreeg de naam “The Hirohata Merc”. Het model is de belichaming van de custom car-rage die populair werd in het Amerika van na de Tweede Wereldoorlog. Deze gechopte Merc hielp de trend te zetten voor veel custom auto’s en drukte een onuitwisbare stempel op de Amerikaanse autogeschiedenis!

Bob Hirohata kocht zijn auto nadat hij in 1952 uit de marine kwam. Voordat hij in dienst ging, had hij een licht aangepaste Chevrolet uit 1949 die Barris Kustoms voor hem had gerestyled. Bob had altijd al een radicale aangepaste auto gewild, dus na het zien van Sam Barris’ chopped Mercury uit 1949, kocht Bob een goede Mercury met een lage kilometerstand uit 1951 om te laten choppen. Het team van Barris was vervolgens 97 dagen(!) bezig met dit project.

Foto: hemmings.com

Het model begon dus als een Mercury Club Coupé uit 1951 waarmee de mannen van Barris Kustoms aan de slag gingen in opdracht van Bob Hirohata. De bovenkant werd aan de voorzijde tien centimeter en aan de achterzijde zeven centimeter gechopped en de verticale B-stijl kreeg een nieuwe vorm zodat hij aan de bovenzijde naar voren boog. De stijlen van de achterruit werden verwijderd en werd naar voren geplaatst, waardoor een nieuw dakstuk moest worden vervaardigd.

De zijstrips werden vervangen door die van een Buick uit 1952, aangevuld met grille-tanden van een Chevrolet uit 1952 en functionele luchtinlaten. De voorwielen werden voorzien van traditionele sombrero wieldoppen van een Cadillac uit diezelfde periode. Ook werden side skirts toegevoegd.

Barris gebruikte een voorruit met V-vormige uiteinden, een veelvoorkomende truc voor customizers in die tijd, in plaats van een voorruit uit één stuk, die beschikbaar was op de Merc uit ’53. Hij voegde Appleton-lampen toe en door middel van frenching werden de koplampen gladder in de carrosserie verwerkt. Ook kreeg de Hirohata achterlichten van een Lincoln Capri-model uit 1952. De uitlaatpijpen werden via de achterbumper naar buiten geleid tot onder de achterlichten en een paar radioantennes werden in de achterste zijpanelen gemonteerd.

De Hirohata Merc werd gespoten in twee tinten groen in een totaal van dertig lagen. Het interieur werd opnieuw bekleed. Het dashboard, de stoelen en de hemelbekleding waren wit met donkergroene inzetstukken, passend bij de lakkleur van de carrosserie.

Hirohata verving later de originele Mercury-motor met platte kop door een getransplanteerde Cadillac V8-motor, waardoor de bijnaam “Mercillac” ontstond zoals bij andere customs de namen “Fordillac” en “Studillac” werden gebruikt.

Restauratie Hirohata Merc

De Hirohata Mercury was een legende vanaf het moment dat de auto in 1952 bij Barris Kustoms de loods uitrolde. In de bijna zeven decennia daarna is zijn iconische status gestaag gegroeid. Wat betreft de Merc zelf, deze werd gewoon ouder en heeft inmiddels al een totale restauratie achter de rug.

Terwijl velen in de custom car-gemeenschap zich afvroegen waar de auto was gebleven en zich zorgen maakten over het lot, had de tweede eigenaar van deze bijzondere Mercury al een tijd grote plannen met het onschatbare custom-icoon, dat hij als tiener voor 500 dollar kocht. Hij had alleen gewoon het geld niet om deze custom in zijn oorspronkelijke glorie terug te brengen. Dat veranderde allemaal toen Rod & Custom-tijdschriftredacteur Pat Ganahl eind jaren tachtig contact opnam met McNiel nadat een vriend met tegenzin het telefoonnummer van McNiel deelde.

Ganahl stelde een restauratie voor van de Hirohata Merc die volledig in het tijdschrift zou worden gedocumenteerd. McNiel aarzelde totdat Ganahl hem vertelde dat het tijdschrift ervoor zou betalen. McNiel is inmiddels overleden maar de Hirohata Merc staat in volle glorie in het Petersen Automotive Museum in Los Angeles.