Autokerkhoven, alleen staplaatsen.
Een autokerkhof heeft iets triests. Nu heb je dat al snel met een kerkhof, maar met een autokerkhof vind ik het toch net even anders. Op een kerkhof vind je normaal gesproken geen gevallen waar nog iets aan te doen is. Dat is bij een autokerkhof anders en helemaal bij het autokerkhof van oldtimer-liefhebber Michael Fröhlich. Hij noemt zichzelf een liefhebber maar laat een aantal zeer mooie modellen volledig wegrotten en roesten in zijn achtertuin. Het zijn allemaal auto’s uit zijn geboortejaar 1950 en ze zijn inmiddels allemaal in erbarmelijke staat.
Kunstig autokerkhof in je tuin
Zodra het onder de noemer kunst valt dan is alles wat je doet te verdedigen. Toch voel ik mij bij het zien van dit soort beelden als een strandwacht die de zee niet in mag om een zwemmer in nood te redden. Waarom zou je dit soort mooie auto’s zo verwaarlozen terwijl ze toch echt mooier zijn als ze doen waar ze voor bedoeld zijn: rondrijden op mooie wegen in de wereld. In plaats daarvan staan deze bolides in weer en wind weg te kwijnen in een tuin in Duitsland waarmee de eigenaar wil aantonen dat de natuur sterker is dan de industrie. Goh, alsof we dat nog niet wisten.
En het zijn niet de minste modellen die worden overgeleverd aan de krachten van moeder natuur: Jaguars, Rolls-Royces, Porsches, BMW’s en Mercedessen. Het staat te roesten en te rotten en er zijn ongetwijfeld al wat gefortuneerde kleine muisjes ter wereld gekomen in het dashboardkastje van de Jaguar of op de achterbank van een Porsche. De kans dat deze oldtimers ooit nog asfalt onder hun rubber gaan voelen is helaas voor hen en voor ons bijzonder klein.
Arnoud en Ard op de Weegh hebben zelfs een boek uitgebracht dat verslag doet van een groot aantal bijzondere autokerkhoven in Europa. De beelden hebben ook wel iets bijzonders maar bij mij overheerst een gevoel van teleurstelling en als ik in de buurt ben dan ga ik misschien wel een bloemetje leggen.