MENU

Sunbeam Alpine

De Sunbeam Alpine was een sportieve tweezits open auto van het Sunbeam merk dat onderdeel uitmaakte van de Rootes Groep. Het origineel werd gelanceerd in 1953 als het eerste model van Sunbeam-Talbot dat alleen de Sunbeam-naam zou dragen, na de overname van Sunbeam en Talbot door de Rootes Group. Het model werd in meerdere series gebouwd vanaf 1959 tot 1975.

 

Sunbeam Alpine Mk 1 1953

Eerste versie van de Sunbeam Alpine MK 1 uit 1953

 

sunbeam alpine series III 1955

Interieur Sunbeam Alpine MK III uit 1955

 

Sunbeam Alpine Mark I en III

De Alpine is afgeleid van de Sunbeam-Talbot 90 Saloon en werd in de volksmond bekend als de “Talbot” Alpine. Het was een tweezits roadster sport, oorspronkelijk ontwikkeld door Sunbeam-Talbot dealer George Hartwell in Bournemouth als een one-off rally-auto. De auto had een viercilinder 2267 cc motor met een verhoogde compressieverhouding.

 

De Alpine Mark I en Mark III werden met de hand gebouwd en waren slechts twee jaar in productie. Een Mark II werd nooit gebouwd. Van de 1582 gebouwde exemplaren verdwenen er 961 naar de Verenigde Staten en Canada, 445 bleven er in het Verenigd Koninkrijk en 175 ging naar andere wereldmarkten. Een voorzichtige schatting is dat er nu nog zo’n 200 exemplaren bestaan. De Sunbeam Alpine Mk 1 Special was gebaseerd op de 2267cc Mk 1 Sunbeam Talbot motor, met aluminium kleppendeksel en een vermogen van 97,5 PK.

 

Kenneth Howes en Jeff Crompton kregen in 1956 de opdracht om een volledig nieuw ontwerp te maken met als doel het produceren van een speciale sportwagen vooral gericht op de Amerikaanse markt. Ken Howes drukte een flinke stempel op het ontwerp, dat wel een duidelijke gelijkenis had met de vroege Thunderbird van Ford waar Howes had gewerkt. De Alpine werd in vier opeenvolgende herzien versies geproduceerd tot 1968. De totale productie bedroeg ongeveer 70.000 exemplaren. Productie stopte kort nadat Chrysler de Rootes Group had overgenomen.

 

Sunbeam Alpine in James Bond films

De Sunbeam Alpine is te zien in de film Dr. No. Bond bestuurt de auto in Jamaica om de raadselachtige Miss Taro te ontmoeten in haar Magenta Drive-residentie in de Blue Mountains boven Kingston, waarna ze Bond’s eerste filmische vrouwelijke verovering wordt. Onderweg wordt Bond zonder succes achtervolgd door de handlangers van Dr. No. Later die avond rijdt hij met de Sunbeam naar de kust om Quarrel en Felix te ontmoeten voor een clandestiene boottocht naar Crab Key.

 

Sunbeam Alpine series 1 uit 1959

Sunbeam Alpine Series 1 uit 1959

 

Series I 1959-1960

De “Series” Alpine productie begon in 1959. De auto maakte in grote mate gebruik van componenten van andere Rootes Group voertuigen en werd gebouwd op een gemodificeerde bodemplaat van de Hillman Husky stationcar. De aandrijving kwam vooral uit de Sunbeam Rapier, maar dan met schijfremmen voor in plaats van trommelremmen. Een overdrive unit en spaakwielen waren optioneel. Coupé-versies van de post-1959-versie werden gebouwd door Thomas Harrington Ltd. Tot 1962 werd de auto gemassembleerd voor Rootes door Armstrong Siddeley. Het model had een topsnelheid van ruim 160 km/u en deed 13,6 seconden over de sprint naar de 100 km/u. Er werden 11.904 exemplaren van de serie I geproduceerd.

 

Mike Brewer Tracks Down the First Ever Bond Car, A 1963 Sunbeam Alpine | Wheeler Dealers

Mike Brewer van Wheeler Dealers tikt een 1963 Sunbeam Alpine op de zeldzame hardtop kop

 

In 1960 kwam Sunbeam met een ​​beperkte oplage van een driedeurs variant van de Alpine die als een shooting brake op de markt werd gebracht. Het model kreeg onder andere een lederen interieur en notenhouten afwerking en de prijs was het dubbele van dat van zijn open tegenhanger. De Series I werd gekenmerkt door een 1494 cc motor en werd gestyled door de Loewy Studios voor de Rootes Group. Het model had een soft top die kon worden verborgen door speciale integrale covers. Dit was ook de eerste cabrio-auto met wegklapbare zijruiten.

 

Series II 1962

De Series II had een vergrote 1592 cc motor met 80 PK en herziene achtervering, samen met enkele andere wijzigingen. Toen het model werd vervangen in 1963, waren er 19.956 gebouwd. Een Series II met hardtop en overdrive had een topsnelheid van bijna 160 km/u en ging in 13,6 seconden naar de 100 km/u.

 

sunbeam alpine series II 1962

Sunbeam Alpine Series II uit 1962

 

Series III 1963-1964

De Series III werd geproduceerd met soft top en met afneembare hardtop versies. De hardtop-versie had alleen een hardtop en dus geen soft-top als je je hard-top thuis liet, in plaats daarvan was er ruimte voor een kleine achterbank. Ook de 1592 cc motor ontwikkeld minder vermogen. Om meer ruimte in de kofferbak te bieden, werden twee brandstoftanks in de achtervleugels gemonteerd. Tussen 1963 en 1964 werden er 5863 exemplaren gebouwd.

 

sunbeam alpine III 1963

Sunbeam Alpine Series III uit 1963

 

Sunbeam Alpine Series IV 1964-1965

De series IV had een 82 PK sterke motor met één Solex carburateur. De achterzijde werd herzien waarbij de vinnen al bijna waren verdwenen. Het model kreeg de optie voor een automaat die niet aan de stuurkolom zat, maar op de vloer. Dit was echter niet erg populair. Vanaf de herfst van 1964 kwam er ook een nieuwe handversnellingsbak met synchromesh op de eerste versnelling. In totaal werden er 12.406 geproduceerd van deze serie IV.

 

sunbeam alpine IV 1964

Sunbeam Alpine Series IV uit 1964

 

Serie V 1965-1968

De definitieve versie had een nieuwe 1725 cc motor met dubbele Zenith-Stromberg semi-downdraught carburateurs die 93 PK leverde. Dit model werd alleen nog maar met een handbak geleverd. Er werden in totaal 19.122 exemplaren van de vijfde serie gebouwd.

 

sunbeam alpine series V 1967

Sunbeam Alpine Series V uit 1967



Sunbeam modellen


Garages en specialisten


Clubs, fora en verenigingen


Ook interessant