Het Britse Reliant bouwde een serie sportieve modellen met de naam Reliant Scimitar tussen 1964 en 1986. Tijdens zijn 22-jaar productieperiode kwam er een scala aan uitvoeringen voorbij, waaronder een cabriolet die in 1980 op de markt kwam.

Reliant Scimitar SE4-series

De eerste Reliant Scimitar was een coupé op basis van de styling van een Daimler SP250 prototype (omgedoopt tot de SX250) en het chassis van een Reliant Sabre. Het model kwam voor het eerst op de markt in 1964 en had een 2,6 liter zescilinder Ford motor. In 1966 werd de Scimitar SE4A vervangen door de SE4B, met een 3,0 liter V6 motor van Ford. Weer een jaar later werd de goedkopere SE4C werd geïntroduceerd met een 2,5 liter versie van dezelfde motor. Van de SE4-serie werden in zes jaar tijd ruim duizend exemplaren gebouwd tussen 1964 en 1970.

Scimitar GTE SE5-serie

De SE5 werd gepresenteerd op de 1968 Motor Show. Voor de SE5 werd een compleet ander chassis ontworpen met een verbeterde ophanging, nieuwe en verplaatste brandstoftank, een rolbeugel, nieuw koelsysteem, een reservewiel gemonteerd in de neus en meer ruimt achterin.

De SE5 kwam met dezelfde 3,0 liter Ford Essex motor die werd gebruikt in de SE4a/b. Met deze motor haalde de SE5 een topsnelheid van meer dan 193 km/h. In 1972 werden een aantal verbeteringen opgenomen in de upgrade naar SE5a, waaronder een boost aan PK’s. De extra 7 PK’s en een verhoogd maximum toerental zorgden ervoor dat de GTE in 8,5 seconden naar de 100 km/u ging en een topsnelheid haalde van 195 km/u. De 5a is te onderscheiden van de eerste 5-serie door de achterzijde met de omgekeerde lampen die onder de bumper zaten op het eerdere model. Op de latere versie zijn deze lichten geïntegreerd in de achterlicht unit. Er werden 4311 SE5’s gebouwd. Het 5A model werd het best verkochte model uit de Scimitar lijn, met 5105 verkochte exemplaren.

De Reliant Scimitar GTE SE6 (1975-76), SE6A (1976–79) en SE6B (1979–86)

De SE6 was een luxere versie van de SE5 en werd gepositioneerd als een meer exclusieve auto. Deze modellen waren tweedeurs sport estates met de inmiddels bekende 135 PK sterke Ford 3,0 liter V6 motor, die ook in de 5a lag. Het model was langer en deze extra centimeters werden gebruikt voor meer beenruimte achterin. De SE6 werd eind 1976 vervangen door de SE6A en er werden slechts 543 exemplaren van gebouwd.

De SE6A kreeg een aantal technische wijzigingen, waaronder Lockheed remmen en aangepaste vering. Optische verschillen met de eerst SE6 waren den oranje in plaats van rode reflectoren aan de achterkant, de ventilatieopeningen en de 3 verticale groeven in de voorbumper voor de wielkasten werden verwijderd. Er werden 3877 SE6A’s gebouwd waarmee dit model het meest populaire model was van de SE6-serie.

In 1980 kwam de SE6B uit, maar tegen die tijd was Ford gestopt met het maken van de “Essex” motor, dus een van de belangrijkste verschillen met de SE6A was de motor. Het blok werd een 2.8 liter V6 met een vergelijkbaar vermogen maar met minder koppel bij lage toerentallen. Er werden slechts 437 SE6B’s vervaardigd en de productie stopte in 1986.

In 1984 lanceerde Reliant de kleinere Scimitar SS1.

Garages en specialisten

• Hier kan uw bedrijf staan
• Stalling Bollenstreek - Voorhoutspecialist
• Stoffeerderij C. van Straaten en Zn. - Woerdenspecialist
• Tony de Bruijn bekledingen - Roosendaalspecialist

Clubs, fora en verenigingen

• Koninklijke Nederlandse Automobiel Club
• Oldtimer en Classic Car Club Heel
• Reliant Club Nederland
• Veenendaalse Oldtimer Club
• Vlaamse Vehikel Klub

Ook interessant

• 

  Lekker bakkie doen met deze vintage koffiemokken!

• 

  Export oldtimers ruim verdubbeld

• 

  Het ontstaan van de BMW M-serie