MENU

Plymouth Belvedere

De Plymouth Belvedere werd gebouwd tussen 1951 en 1970. Het model volgde de Plymouth Cranbrook op en kwam op de markt als een stijlloze hardtop die de concurrentie moest aangaan met de Chevrolet Bel Air. Bij de introductie heette het model de Cranbrook Belvedere wat specifiek de benaming was voor de tweedeurs hardtop versie van de Cranbrook-lijn.

 

plymouth cranbrook belvedere 1951

Plymouth Cranbrook Belvedere uit 1951

 

De 1952 Cranbrook Belvedere bleef grotendeels ongewijzigd. De grootste verandering was de kleurverdeling van de two tone lak. Om de top-level Belvedere onderscheid te geven ten opzichte van de andere Plymouths liep de two tone nu vanuit het dak boven de gordellijn op de romp, dit werd de ‘saddleback’-behandeling genoemd. De kleuren waren Sable brons met Suede, Zwart op Mint Groen en grijs over blauw. Overdrive was beschikbaar als optie. In overdrive maakte de motor drie omwentelingen per achterwiel-omwenteling tegen vier zonder overdrive. De motor was dezelfde als in het 1951-model. In de eerste twee jaar werden er 51.266 exemplaren gebouwd, wat iets meer dan een kwart was van de productie van de Chevrolet Bel Air en de Ford Crown Victoria in diezelfde periode.

 

plymouth cranbrook belvedere interieur 1952

Interieur van een Plymouth Cranbrook Belvedere uit 1952

 

De Belvedere bleef een type van de Cranbrook-serie tot 1953. In dat jaar werden alle Plymouth modellen volledig gerestyled: een kortere wielbasis van 2,9 meter, een voorruit uit 1 stuk, flush achterspatborden, en een lagere daklijn. In april 1953 kregen de Plymouths de Hy-Drive semi-automatische transmissie. Concurrent Chevrolet was in 1950 gekomen met de volautomatische Powerglide transmissie en Ford had zijn volautomatische Ford-O-Matic transmissie.

 

Plymouth Belvedere 1954

In 1954 verving de Belvedere de Cranbrook als het topmodel van Plymouth. Nu het een model was geworden, was de auto ook leverbaar als cabriolet, tweedeurs stationwagon, vierdeurs sedan en als Sport Coupe wat het oorspronkelijke tweedeurs hardtop model was. Het ontwerp werd licht aangepast en er verschenen kleine staartvinnen op de achterspatborden. In maart 1954 kreeg de Plymouth eindelijk een volautomatische transmissie. Ook nieuw was een grotere standaard motor: een zescilinder geleend van de Dodge-divisie met 110 PK.

 

Plymouth belvedere 1954

1954 model

 

Alle Plymouths kregen in 1955 een facelift. Dit was het eerste jaar dat Chrysler Stylist Virgil Exner zijn ‘forward look’-ontwerp introduceerde en hiermee was de Belvedere terug als top-of-the-line model. Dit ontwerp werd het jaar erop doorgezet. In het begin van 1956 werd de Plymouth Fury toegevoegd aan de Belvedere-lijn als een speciale high-performance uitvoering. Met de komst van de Fury als het topmodel van Plymouth in 1956, werd de Belvedere gedegradeerd naar middenmodel boven de Plaza en de Savoye. In 1956 voerde Plymouth ook veiligheidsgordels in op alle modellen.

 

Plymouth belvedere 1955

1955 model met het revolutionaire ‘forward look’-ontwerp

 

1957-1959

1957 was een goed jaar voor de Chrysler Corporation en de Plymouth profiteerde hier ook van. Het ontwerp van de auto was zo revolutionair dat Chrysler de slogan “Suddenly, it’s 1960!” gebruikte om de nieuwe auto promoten. De Belvedere-lijn had wederom ook de Fury in zich. Dit jaar bracht ook standaar nieuwe V8-motoren in de Fury, deze waren optioneel ook te krijgen in alle andere Plymouth-modellen.

 

De Belvedere zou wederom terugkeren als een toplevel stying voor de 1958 modellen. Een groot V8-blok met dubbele four-barrel carburateurs genaamd ‘Golden Commando’ was optioneel op alle modellen. De cabriolet was alleen beschikbaar als Belvedere-model tussen 1956 en 1958.

 

De 1958 Belvedere 2-deurs hardtop versie werd een bekende versie door de Stephen King-film Christine uit 1983. Christine werd geïntroduceerd als een ’58 Fury, maar de auto miste de Buckskin Beige verf en gouden versiering die dat jaar standaard was op alle Furys. In plaats daarvan had de auto Belvedere trimmen (zonder Belvedere naamplaatjes) ​​en was Toreador Rood gespoten met een witte top. Het deed de populariteit van het model ondanks dit detail flink toenemen.

 

Plymouth belvedere 1958 christine

Plymouth belvedere ‘Christine’ uit 1958

 

1960-1961

In 1960 kregen de Belvederes een gloednieuwe standaard 3,7 liter inline zes-cilinder motor. In de volksmond bekend als de ‘slant-6’. Deze motor werd bekend om zijn extreem robuuste constructie, uitzonderlijke betrouwbaarheid en een lange levensduur.

 

1962-1964

Vanaf 1962 gingen alle modellen onder het mes en kregen ze meer compacte buitenafmetingen. Amerikaanse autokopers zaten echter nog in de “Bigger is Better”-modus en de verkoop van deze modellen leed daar onder. Dit werd voor een groot deel gecompenseerd door de big block V8-motor die in combinatie met de lichtgewicht body zorgde voor een snelle compacte auto. De 1963- en 1964-modellen gebruikten hetzelfde unibody-platform als de 1962-versie, maar werden gerestyled om langer en breder kijken.

 

Plymouth belvedere 1962

1962-model

 

De 1964 Belvedere en de bijbehorende Fury hardtop coupes werden gekenmerkt door een nieuwe “slant-back” daklijn die populair bleek te zijn en de verkoop verbeterde aanzienlijk ten opzichte van de eerdere jaren. Ook nieuw was de 426 Chrysler Hemi-motor. Dit was zo’n belangrijke verbetering dat de Plymouth Belvederes met Hemi-motoren de 1e, 2e, en 3e plaats pakten in de 1964 Daytona NASCAR-race.

 

Plymouth belvedere 1964 achterzijde

Achterzijde van een Plymouth Belvedere uit 1964

 

Zesde generatie Belvedere 1965-1967

In 1965 maakte Plymouth opnieuw een full-size Fury-versie en de Belvedere werd wederom een middenmodel.

 

Zevende generatie 1968-1970

De Plymouth GTX werd geïntroduceerd als het topmodel van de Belvedere-lijn en coureur Richard Petty won het Grand National kampioenschap in NASCAR in een Belvedere. De nieuwe LA-style lichtgewicht 318-motor werd geïntroduceerd voor dit jaar en zou op de Belvedere gedurende zijn hele levensduur beschikbaar blijven.

 

De naam Belvedere hield eind 1970 op te bestaan en werd vervangen door de Plymouth Satellite. De Satellite werd gebouwd tot 1974. In 1975 werd de auto omgedoopt tot Plymouth Fury en de Plymouth Fury met langere wielbasis werd de Gran Fury.




Garages en specialisten


Clubs, fora en verenigingen


Ook interessant