Citroën Dyane

De Citroën Dyane werd gebouwd tussen 1967 en 1983 en in totaal zijn er die periode ruim 1,4 miljoen Dyanes geproduceerd. Rond de tweede helft van de jaren zestig liep de verkoop van de 2CV terug, voornamelijk door de concurrentie van de Renault 4, maar ook door eigen modellen met krachtigere motoren zoals de Ami 6. Citroën besloot hierop om met een nieuw model te komen dat gebaseerd was op de 2CV en gaf de opdracht tot het ontwerp hiervan aan Panhard et Levassor, een oude autobouwer die deels eigendom was van Citroën. Dit werd de Dyane.

Citroën Dyane

De opdracht vanuit Citroën was duidelijk. De auto moest concurreren met de Renault 4, een vijfde deur hebben, low budget gebouwd kunnen worden en fiscaal in een gunstig segment vallen. De Dyane werd ook op dezelfde productielijn gebouwd als de 2CV om kosten te besparen.

Het ontwerp van de Dyane

Louis Bionier van Panhard ging aan de slag met het ontwerp. Toen Bionier in het voorjaar van 1965 de eerste schetsen liet zien, was de directie van Citroën niet erg onder de indruk. De neus was te massief en leek te veel op de Ami 6 en ook de achterzijde was niet goed genoeg. Er werden aanpassingen gemaakt aan het ontwerp door Jacques Charreton die net in dienst was getreden. Hij heeft uiteindelijk zijn stempel gedrukt op het ontwerp van de Dyane. Het dashboard is ontworpen door Henry Dargent. Zijn ontwerp voor het Dyane-dashboard is vrijwel ongewijzigd overgenomen voor de Ami 8.

Interieur van de Citroen Dyane

Over de naam bestaat weinig twijfel. Die komt uit de archieven van Panhard. Die had naast de merknamen Dyna, Dynavia en Dynamic ook Dyane gedeponeerd. En aangezien Citroën toch eigenaar was van Panhard, was dat snel te regelen. Enige associatie met de Romeinse godin van de jacht wordt door Opron stellig ontkend.

In Vlaanderen werden de Dyane en 2CV in de volksmond een “Geit” genoemd, in tegenstelling tot de benaming “(Lelijke) Eend” die in Nederland voor een 2CV gebruikt werd.