MENU

Chrysler Windsor

De Chrysler Windsor is model dat van 1939 tot en met 1966 werd geproduceerd door Chrysler. De laatste Chrysler Windsor die in de Verenigde Staten werd verkocht, werd geproduceerd in 1961, maar de productie ging in Canada nog door tot 1966. Het Canadese Windsor-model uit 1961 tot 1966 was in alle opzichten een kopie van de Chrysler Newport die in de Verenigde Staten werd gebouwd.

 

De Windsor bevond zich van 1939 tot 1950 boven het de Chrysler Royal, wat het instapmodel was. Met het beëindigen van de productie van de Royal in 1951 werd de Windsor tot 1960 het belangrijkste model voor Chrysler, gepositioneerd een niveau boven de Newport. Chrysler verving de naam Windsor in 1962 met de introductie van de niet-geletterde serie Chrysler 300.

 

Chrysler Windsor Deluxe uit 1951Chrysler Windsor Deluxe uit 1951

 

De Windsor kwam voor het eerst uit in 1939 als het junior model van de grotere Chrysler New Yorker. In 1940 kwam de Windsor in versies met zowel een lange als een korte wielbasis. Het model was leverbaar als sedan, coupé en cabriolet voor zes personen of als een sedan voor acht personen. Het model uit 1940 was voor het eerst verkrijgbaar met wegklapbare koplampen. Het jaar erop werd de Windsor ook leverbaar als Six Town en als Country model, dus een station wagon. Het jaar erna kwam de productie stil te liggen toen alle autobedrijven in de VS overgingen op oorlogsproductie.

 

Chrysler Windsor coupe C34 uit 1942

Foto: Rex Gray

Chrysler Windsor coupe uit 1942

 

Na de Tweede Wereldoorlog

Na de oorlog werd de Windsor weer in productie genomen. Het model was vergelijkbaar met de 1942-modellen maar dan met beter geïntegreerde spatborden. Nieuwe features waren onder meer een waarschuwingssignaal voor de handrem dat waarschuwde dat de handrem niet volledig was ontkoppeld was en een nieuwe grille. De Windsor zorgde in deze periode voor bijna tweederde van de omzet van het bedrijf.

 

Voor het 25-jarig jubileum van Chrysler, kreeg de Windsor een nieuw ontwerp, wat hoekiger was dan de modellen van de concurrentie. Nieuw dit jaar was een opgevuld dashboard met sponsrubber voor de veiligheid. In 1950 werd de Windsor Traveller Sedan opnieuw geïntroduceerd, maar dit was een korte oefening van slechts één jaar. De carrosserievorm van de ‘Windsor Newport’-hardtopcoupé, met plaats voor zes personen en een driedelige achterruit, was eveneens nieuw en beschikbaar voor de Windsor en New Yorker. De Newport was ook een model van Chrysler maar ook een periode de benaming voor de hardtop varianten van bepaalde modellen.

 

In 1951 werd de Royal geschrapt en werd de Windsor het laaggeprijsde model van Chrysler. Het jaar erna zou er weinig aan het model veranderen. In 1953 kreeg de Chrysler Windsor (samen met de rest van de Chrysler-lijn) nieuw plaatwerk en tenslotte een uit één stuk gebogen voorruit. Stuurbekrachtiging werd dit jaar ook een aangeboden optie. Voor 1954 werd de basis Windsor geschrapt en bleef er alleen nog de Windsor DeLuxe over waarvan de grille en het instrumentenpaneel werden vernieuwd. Het model verkocht nog altijd goed en eigenaren waren vooral tevreden over de wegligging en het comfort van het model.

 

Volledige restyling van de Chrysler Windsor in 1955

In 1955 werden alle Chrysler-auto’s volledig gerestyled met styling door Virgil Exner, waarbij enkele visuele overeenkomsten deelden met de geheel de nieuwe Imperial, die een eigen divisie kreeg. De styling van de Windsor werd ronder en had omhullende voorruiten. Het woord DeLuxe werd weer aan Windsor toegevoegd. Ook nu was de Windsor goed voor tweederde van de verkoop van het merk. In 1956 ging de styling verder op de schop en kreeg het model zijn eerste staartvinnen. De interieurafwerking bleef grotendeels hetzelfde, wel kwam er een nieuwe Highway Hi-Fi-grammofoonspeler als optie beschikbaar. De 1956-editie voor de Canadese markt had de Plymouth 303 Poly V-8-motor onder de kap liggen, dezelfde die werd gebruikt in de Plymouth Fury en de Canadese Dodge Custom Royal.

 

In 1957 kregen de modellen van Chrysler, inclusief de Windsor, opnieuw een restyling. De staartvinnen werden groter met verticale achterlichten, de C-stijlen werden dunner en er werd een grotere en bredere voorbumper gemonteerd. Halverwege hetzelfde jaar werden dubbele koplampen standaard. Kwaliteitsproblemen, waaronder roest, begonnen Chrysler dit jaar voor het eerst parten te spelen.

 

In 1958 kreeg de Windsor een nieuw chassis wat ook werd gebruikt voor onder andere de DeSoto Firesweep. De Canadese Windsors gebruikte nog steeds het langere chassis 3.2 meter en was in wezen een Saratoga met een Windsor badge, een model dat dit jaar niet in Canada werd verkocht. Nieuw dit jaar voor alle Chrysler-auto’s was het nieuwe “Auto-Pilot” cruise control-systeem. Het model was nog altijd goed voor ruim 40% van de verkopen van Chrysler in 1958.

 

Chrysler Windsor vierdeurs sedan uit 1959

Foto: Mr. Choppers

Chrysler Windsor vierdeurs sedan uit 1959

 

Chrysler Windsor met Golden Lions

In 1959 begon Chrysler de nieuwe wedge-head “B” -motoren van de auto te adverteren als “Golden Lions” en de auto’s als “Lion Hearted”. De RB 383 leverde 305 PK en had een dubbele carburateur. In de reclame werden leeuwen gebruikt en de auto’s hadden leeuwenemblemen op de voordeuren en op de cilinderkoppen. Vanaf dit jaar werd er ook airconditioning als optie aangeboden.

 

In Canada gebouwde exemplaren kregen niet de nieuwe RB 383-motor, maar waren uitgerust met de “Low Block” 5,9 liter motor zoals deze ook werd gebruikt in de US Dodges en DeSotos. Logischerwijs kregen de Canadese Windsors dus ook niet de “Golden Lion” -versieringen. In 1960 kregen alle Chrysler-auto’s een unibody-frame.

 

In 1961 werden alle modellen van Chrysler opnieuw ontworpen. Voor de Windsor betekende dit onder andere een sigarettenaansteker, binnenverlichting en, nieuw voor 1961, een gevoerd en dus veiliger dashboard in de standaarduitrusting. Dit jaar was tevens het laatste jaar dat dit model in de Verenigde Staten werd gebouwd.




Garages en specialisten


Clubs, fora en verenigingen


Ook interessant