BMW 7-serie E38
De BMW E38 was een luxe BMW 7-serie die van 1994 tot 2001 werd gebouwd. Het was de opvolger van de BMW E32 uit 1994.
De modellen van 1994 tot 1998 bestonden uit de 728i, 728iL, 730i, 730iL, 735i, 735iL, 740i, 740iL, 750i, 750iL en 725tds. De “L” versies waren iets langer dan de standaard versies en hadden ook een iets langere wielbasis, hiermee werd de beenruimte achterin vergroot. Dit maakte de BMW 7-serie een gewilde zakenauto. Van 1998 tot 2001 verdwenen de 730i en 730iL en werd kwamen er een 730d, 740d en L7 bij. De L7 was de meest exclusieve en luxe uitvoering van het hele gamma.
De E38 was met vele opties leverbaar waaronder hoge druk koplamp sproeiers, automatische afstelling van de koplampen (Xenon), regensensor, zelfregelende luchtvering, ASC (Automatic Stability Control), een audio systeem met 14 luidsprekers, gelaagd glas en een ‘winterpakket’ (met o.a. voorruitverwarming c.q. ruitenwisser-ontdooier, verwarmde ruitensproeier leidingen, stoelverwarming, programmeerbare standkachel, stuurwielverwarming en een ruitensproei-installatie die automatisch antivries bijmengde bij vorst). De wagen had vanaf september 1996 standaard zes airbags, vier meer dan de eerdere versie en was leverbaar met automatische of manuele versnellingsbak. De E38 werd in 2001 door de BMW E65/E66 opgevolgd.