Auburn

Auburn was een Amerikaans automerk dat auto’s produceerde tussen 1900 en 1937. In 1925 werd het bedrijf overgenomen door Erret Cord die het enkele jaren later onderbracht in zijn Cord Corporation. In 1937 ging dat concern failliet door de Grote Depressie, en dat betekende ook voor het merk Auburn het einde.

The Auburn Auto Company

Watch this video on YouTube

Geschiedenis van Auburn

In 1875 werd door Charles Eckhart de Eckhart Carriage Company opgericht in Auburn (Indiana). Dit bedrijf produceerde koetsen. Eckharts twee zonen, Frank en Morris, begonnen te experimenteren met auto’s en in 1900 richtten ze hun bedrijf op met een startkapitaal van $2500: Auburn Automobile. In 1903 bouwde Auburn een eerste productiemodel met een eencilinder motor en een stuurhendel. In 1905 werd hier een tweecilinder model aan toegevoegd, gevolgd door een viercilinder in 1910 en een zescilinder in 1912. In 1909 nam Auburn twee andere lokale autobouwers over en verhuisden ze naar een grotere fabriek. Het bedrijf begon aardig te draaien maar de Eerste Wereldoorlog zorgde voor materiaaltekorten en de fabriek werd gesloten.

Auburn 120 speedster uit 1929

Na de Eerste Wereldoorlog werden de broers Eckhart uitgekocht door een groep investeerders uit Chicago. Deze investeerders waren echter minder succesvol dan gehoopt en in 1924 werd de succesvolle autoverkoper Erret Cord aangetrokken om het bedrijf uit het slop te trekken. Cord deed echter een tegenbod en in 1925 werd hij eigenaar van het bedrijf. Onder zijn leiding kregen de Auburn modellen een verbeterde stijl en meer PK’s en de verkoop begon weer te lopen. Cord nam naast Auburn ook de autobouwer Duesenberg over en bracht in 1929 een auto met zijn eigen naam op de markt. Uiteindelijk bracht hij alle merken samen in één bedrijf: de Cord Corporation.

Auburn 8-90

De nieuwe stijl van Auburn

De auto’s van Auburn waren van hoge kwaliteit, maar onopvallend. Cord wilde van het merk iets aparts en opvallends maken en de Auburn 8-88 was het eerste resultaat van zijn poging hiertoe. Maar het model was nog niet naar zijn zin. Hij bracht een achtcilinder-motor op de markt en kwam met meerkleurige lakken die de Auburn moesten onderscheiden van de concurrentie. De prijs van de modellen steeg in 1926 echter wel met 52% terwijl de gemiddelde stijging in de branche slechts 1% was.

Het einde van Auburn

De Grote Depressie nekte uiteindelijk het bedrijf van Cord. De auto’s waren weliswaar aantrekkelijk en geavanceerd, ze werden nu gewoon te duur. In 1932 introduceerde Auburn een V12-motor. De verkopen bleven echter achteruitgaan en door de slechte economie kon Cord niet anders dan zijn aandelen verkopen. In 1937 werd de productie van alle merken, waaronder Auburn, Cord en Duesenberg, gestaakt.