MENU

Matra

Matra (Mécanique, Aviation et Traction) was een Frans bedrijf dat begon als producent van onder andere geleide wapensystemen voor de Franse lucht- en ruimtevaartindustrie. Van 1964 tot en met 2003 is Matra ook actief geweest als autoproducent, eerst als Engins Matra en in de latere periode als Matra Automobile.

 

Geschiedenis van Matra

In de jaren zestig leverde Matra kunststof carrosserieën en een productiefaciliteit in de voormalige Normant-textielfabriek te Romorantin voor de bouw van de sportwagens van René Bonnet. Deze bouwde de René Bonnet Djet sportwagen, op basis van Renault-techniek. De motor kwam uit de Renault 8, de versnellingsbak uit de Renault Estafette. Dit model was de eerste in serie gebouwde auto met een middenmotor en kunststof carrosserie. De naam Djet, met een ‘D’ ervoor, werd gekozen, omdat men bang was dat de Fransen het woord Jet verkeerd zouden uitspreken.

 

Vintage sportscar - 1966 Matra Djet 6 BJ | Drive it!

 

In oktober 1964 verkeerde Bonnet in de financiële problemen en schoot Matra te hulp door de productie en daarmee ook de René Bonnet Djet sportwagen over te nemen. Het model werd omgedoopt tot de Matra-Bonnet Djet. Dit kwam Matra-directeur Sylvain Floirat goed uit, hij wilde in het kader van diversificatie van het Matra-concern in de autosport stappen en benoemde de nog jonge Jean-Luc Lagardère tot manager van de kersverse autosportdivisie. Uiteindelijk zijn er van de René Bonnet Djet 164 exemplaren gebouwd.

 

Matra Rene Bonnet Djet 1962-

René Bonnet Djet uit 1962

 

Na de overname van de productie van de Bonnet, Matra de productie van Bonnet had overgenomen, werd Philippe Guédon aangetrokken van Simca om de Bonnet te verbeteren. In 1965 kwamen er twee modellen op de markt: de Matra-Bonnet Djet V en de Matra-Bonnet Djet V S. Na de Parijse autosalon van 1965 werd de merknaam gewijzigd in Matra Sports en werd het Romeinse cijfer V vervangen door het cijfer 5. De modellen kregen respectievelijk de naam Matra Sports Djet 5 en Matra Sports Djet 5 S. Matra bouwde ook nog een luxere versie leverbaar met houten dashboard en een doorlopende bumper.

 

Het jaar erop werd de naam weer gewijzigd en liet Matra de ‘D’ toch vallen. Ook werd er nog een snellere versie leverbaar: de Matra Sports Jet 6 met een 105 PK sterke 1,2 liter Renault Gordini motor, die een topsnelheid van 210 km/h had. Een jaar later werd, nadat er in totaal 1495 Djets en Jets door Matra waren gebouwd, werd de productie gestaakt. De laatste Jets (allen Jet 6) werden in 1968 verkocht.

 

In 1965 werd besloten tot de ontwikkeling van een meer toegankelijke sportwagen, een voiture des copains (vrij vertaald: ‘auto voor kameraden’), als opvolger van de Jet. In 1967 introduceerde het merk de door Philippe Guédon getekende en eerste geheel zelf ontwikkelde M530A (vernoemd naar de R530 raket van Matra). Wederom een kunststof carrosserie op een stalen chassis, ditmaal met een 1700 cc Ford V4 middenmotor, afkomstig van de Ford Taunus 15M TS, die 70 pk leverde. Door de compacte bouw van deze V-motor, was het mogelijk om 4 zitplaatsen te creëren in een 2+2 opstelling. Verder was deze, uiterst karakteristiek ontworpen auto, voorzien van een targa-dak en uitklapbare koplampen.

 

Vanaf 1970 werd de M530, na een kleine restyling door Michelotti, als Matra Sports M530LX aangeboden en onderhouden bij de Simcadealers. De achterruit kon nu open scharnieren, de bumpers waren aangepast, evenals de omlijsting van de achterlichten. Er kwam eind 1971 een vereenvoudigde versie op de markt, de M530SX, die echter niet in Nederland leverbaar was. De SX had vier vaste koplampen, een gesloten dak en zwarte bumpers, de LX had opklaplampen, een targadak en chromen bumpers, technisch waren deze wagens verder gelijk. Matra stopte de productie van de M530 in 1973, na 9609 exemplaren te hebben gebouwd, om plaats te maken voor de Bagheera.

 

matra simca bagheera 1973

Matra Simca Bagheera uit 1973

 

In 1973 verscheen de ook door Guédon ontworpen Simca Bagheera type I, op basis van de Simca 1100 TI. Deze onderging in 1976 een facelift (type II) en in 1980 veranderde de naam van Matra Simca in Talbot Matra Bagheera, waarbij tevens kleine wijzigingen werden doorgevoerd (type III). Opvallend aan deze auto is de voorbank, waar ruimte is voor 3 personen. Ondanks dat van de Bagheera 48.802 stuks werden geproduceerd, is er vrijwel geen goed exemplaar meer over door de extreme roestgevoeligheid van het chassis van deze auto.

 

Bassie en Adriaan auto

Het merk introduceerde in 1977 voor het eerst een niet-sportwagenmodel: de Matra-Simca Rancho. De Rancho is gebouwd op basis van de Simca 1100 Fourgonette pick-up, met een met kunststof aangepaste carrosserie. In feite is de Rancho een voorloper van de latere SUV modellen, want hoewel de auto er als een stoere terreinwagen uit zag, had deze slechts voorwielaandrijving en een relatief kleine 1442cc motor. Deze auto is in Nederland ook wel bekend van de jeugdserie Bassie en Adriaan. In modeljaar 1980 veranderde, net als bij de Bagheera, de merknaam en werd de auto als Talbot-Matra Rancho verkocht. In 1984, na 56.457 geproduceerde exemplaren, stopte de productie. Ook deze auto werd geplaagd door de roestduivel (in het jaarboek van De Onschatbare Klassieker wordt bij de Rancho vermeld: “een cursus lassen is aanbevolen”), waardoor er slechts weinig goede exemplaren bewaard zijn gebleven.

 

Matra Murena

In september 1980 kwam de opvolger van de Matra Bagheera op de markt: de Murena. De carrosserie, getekend door Antonis Volanis, was van met glasfiber versterkt polyester. Door het chassis thermisch te verzinken werd het roestprobleem, dat de Bagheera zo berucht maakte, vrijwel opgelost. Het bijzondere driezitsconcept en de middenmotor werden behouden, de lichtmetalen achteras van de Bagheera werd vervangen door een conventioneel stalen exemplaar.

 

Er waren twee versies leverbaar, de Murena 1.6 met de 1592cc (92 pk, topsnelheid 182 km/h) motor van de Talbot Solara, enige maanden na de introductie gevolgd door de Murena 2.2 met de 2156cc motor (118 pk, topsnelheid 197 km/h) van de Talbot Tagora. Deze laatste bezorgde de Murena een meer bij het model passende prestaties. In juli 1983 is de productie, na 10.680 exemplaren (5.640 Murena 1.6, 4.560 Murena 2.2 en 480 Murena 2.2 S) gestaakt, om plaats te maken voor de Renault Espace.

 

Naast het bouwen van auto’s is Matra in de 60er en 70er-jaren ook actief geweest in de autosport, na succesvolle jaren in de F3 en F2, werd in 1969 het Formule 1 kampioen (Jackie Stewart won in de Matra MS80 met Cosworth krachtbron, die feitelijk ingezet werd door het Tyrrell-team). In 1967 werd een eigen 3 liter V12 motor ontwikkeld, waarvan een doorontwikkeling nog tot in 1982 werd gebruikt in de Ligier JS19 Formule 1-racewagen. Een nieuw ontwikkelde turbomotor zou nooit ingezet worden[1]. Met veel overmacht werd in de jaren ’72, ’73 en ’74 de 24 uur van Le Mans gewonnen.

 

In 1978 werd het moederbedrijf van Simca, Chrysler Europe, overgenomen door PSA (Peugeot, Citroën), waardoor PSA een aandeel in Matra Automobile kreeg. Matra ontwikkelde een nieuw, revolutionair concept, wat vandaag de dag bekendstaat als MPV. PSA stond op de rand van de financiële afgrond en toonde geen interesse, Renault zag er wel brood in begon op 15 december 1982 een samenwerking met Matra. Omdat Matra slechts over 1 productielijn beschikte, werd de productie van de Murena in 1983 gestopt, zodat de voorbereiding kon beginnen om uiteindelijk in april 1984 via Renault de Espace op de markt te brengen. Ook hier werd weer een verzinkt chassis en een kunststof carrosserie toegepast, waarbij in 1992 het model ingrijpend werd gewijzigd.

 

In 2001 werd op basis van de Espace III de Renault Avantime, een mix tussen een coupé en een MPV, op de markt gebracht. Echter, toen Renault in 2002 de Espace IV in een andere fabriek ging bouwen en de Avantime onvoldoende verkocht, was dat de doodsteek voor de productie-afdeling van Matra Automobile te Romorantin. In maart 2003 werd de autoproductie in de oude Normant-fabriek gestaakt, de test- en ontwerpafdeling (Matra Automobile Engineering, gevestigd te Élancourt, vlakbij Parijs), werd overgenomen door Pininfarina. Op 13 januari 2009 nam Segula Technologies Matra Automobile Engineering over van Pininfarina.



Garages en specialisten

Clubs, fora en verenigingen


Ook interessant