MENU

Amilcar

Amilcar was een Frans merk dat in 1921 kleine cyclecars bouwde, ontworpen door Jules Salomon en Edmond Moyet, die sterk leken op de vooroorlogse Le Zèbre modellen. Het eerste model was de 903cc CC, verkrijgbaar in een sport versie, de CS, en de familie C4.

 

1927 Amilcar C6 - Dylan Miles Ltd.

 

amilcar CG3S Boattail 1924

Amilcar CG3S Boattail uit 1924

 

De SV-motor had spatsmering, en er was een drie-versnellingsbak. Maar de meest bekende van alle modellen was het CGS “Grand Sport” model van 1924 met een SV-motor van 1074cc en remmen op alle vier de wielen. Dit model evolueerde in de meer sportieve CGSS “Grand Sport SURBAISSE”. Deze werden gemaakt onder licentie als Pluto in Duitsland en Grofri in Oostenrijk.

 

In het midden van de jaren twintig bouwde het merk ook auto’s voor de racerij. De grotere sedan Amilcar-auto’s, de J-, K- en G-serie van eind jaren twintig hadden meer vermogen maar misten de charme. Maar de onsterfelijke C6 en de fabriekszescilinder DOHC-raceauto’s hadden zowel het vermogen als het charisma van de eerdere lichte auto’s.

 

Amilcar bouwde ook een lichte toerwagen, de M-type, met een SV 1200cc motor, die in 1928 op de markt kwam en werd opgevolgd door de M2, M3 en M4 versies. In datzelfde jaar volgde ook een versie met een achtcilinder lijnmotor. Deze C8 bleek onbetrouwbaar en was geen lang leven beschoren.

 

amilcar compound

Amilcar Compound

 

In de late jaren dertig introduceerde Amilcar twee nieuwe modellen: de 14cv met een vier-cilinder Delahaye motor en de Compound. Deze laatste werd gemaakt toen Amilcar werd overgenomen door Hotchkiss. De Compound had een zeer geavanceerd design en kreeg voorwielaandrijving en een lichtmetalen monocoque frame met onafhankelijke wielophanging rondom. De motor was een OHV viercilinder van 1185cc.

 

Met het begin van de Tweede Wereldoorlog vertraagde de productie. Aan het einde van de oorlog produceerde de Amilcar Company geen voertuigen meer.



Garages en specialisten

Clubs, fora en verenigingen


Ook interessant